Wanneer is het begin van de ‘computer’? Het antwoord op deze vraag is niet eenvoudig. Rekenen heeft de mens altijd moeilijk gevonden. En van zodra we gestart zijn met rekenen, hebben we naar apparaten gezocht die ons daarbij kunnen helpen.
Een kerfstok is het eerste hulpmiddel dat we gebruikten om ons te helpen bij het rekenen en vastleggen van de uitkomst. De abacus of telraam was een andere stap voorwaarts. En toen de behoefte aan de berekeningen complexer werd gingen we tabellen maken en publiceren in boekvorm (logaritmen, hoeken en sinus/cosinus).
Daarnaast ontstond de rekenliniaal. Handig, snel, maar niet accuraat. Voor een aantal taken was het echter voldoende. De rekenliniaal is gebleven tot de komst van betaalbare (wetenschappelijke) zakrekenmachines. Nu zou niemand nog overwegen (of kunnen) een rekenliniaal te gebruiken.
Oorlogen maken ongekende budgetten vrij. Zo ook in WO2. Gevolg was dus Colossus in Engeland voor de decryptie van Duitse versleutelde berichten. En in Amerika Eniac gebouwd. Deze computer moest in grote aantallen tabellen maken om de kanonnen te richten. Het met de hand uitrekenen bleek een te langdurig proces, waarbij er fouten voorkwamen. Maar het programmeren ging totaal anders dan tegenwoodig. Hier betekende een nieuw programma, dat men de 19.000 radiobuizen anders moest verbinden.
Na de tweede wereldoorlog heeft de ontwikkeling van de computer een hoge vlucht genomen. Maar deze computers waren alleen bedoeld voor de grote bedrijven en centraal gebruik. Aan een ‘persoonlijke’ computer werd nog helemaal niet gedacht.
In 1959 kon men de eerste commerciële mainframe computer van IBM kopen (de 1401). Hij was beschikbaar in verschillende configuraties, met een minimum van 1.400 characters (1,4K) to 16.000 characters (16K). Daarbij kon je reeds harddisk kopen, een IBM 1405 disk Storage unit,van ’10 miljoen characters’. Dit was een hele kast, met 25 fysieke schijven. De prijs was ongeveer $36000 (wat in 2020 wegens de inflatiie, ongeveer $320.000 zal zijn).
10 miljoen characters, vergelijkbaar met 10 miljoen bytes (als je de andere characterset erbij neemt) of 10MB.
Momenteel (2020) is de goedkoopste disk die ik kan vinden er eentje van 1TB en kost €45,- in de winkel. Met wat rekenwerk kom je op€0.43 voor 10MB. Een klein verschil met de meer dan €270000 (geïndexeerd) voor dezelfde ruimte in 1959.
Met de komst van de chips en de eerste microprocessor (Intel 4004) in 1971 werd een grote stap voorwaarts gemaakt. Deze chip had teveel beperkingen om een computer mee te maken tegen lage kosten, en werd vooral gebruikt in rekenmachines.
Eind de jaren ’70 echter was het hek van de dam. De eerste pioniers waren gestart met het bouwen van ’thuiscomputers’ met de beschikbare chips. Zo was er de Altair 8008 en Imsai 8080 (de eerste clone). Maar met de komst van de goedkope 6502 chip komen er een aantal bij: Commodore Pet, Tandy TRS80 model 1 en de computer van… een ander stelletje hobbyisten: Jobs en Wozniak.
Met een MOS 6502 werd de apple I gemaakt door Wozniak. Jobs met het commerciele inzicht, zag een hele weg voor zich. Een visie is heel belangrijk in de ontwikkeling van de computer.
Op het einde van mijn middelbare studie was ik zeer geinteresseerd in comptuers. Maar eentje kopen behoorde niet tot mijn mogelijkheden wegens te duur. Maar in 1984 was het zover. Het is een apple II geworden. Deze heb ik, toen ik mijn eerste PC kocht, van de hand gedaan. Ondertussen heb ik heel wat hardware gekocht.
En eind 2020 heb ik in een nostalgische bui ook opnieuw een Apple IIe gekocht
